Hoe ziet het zakelijk wagenpark er over 10 jaar uit? Blijven we rijden in leaseauto’s, al zijn ze dan elektrisch en emissievrij? Of komt er echt een nieuw model voor mobiliteit en maken we massaal gebruik van openbaar vervoer, de fiets, een elektrische step, deelauto’s en af en toe een Uber?
De kosten van mobiliteit
De toekomst van het zakelijk mobiliteitsbeleid wordt door drie factoren bepaald: kosten, aantrekkelijk werkgeverschap en duurzaamheid. Op dit moment ligt het accent zwaar op de kosten. Er is een ware run op elektrische leaseauto’s: de Tesla’s, Leafs, Ampera’s en e-Golfs zijn niet aan te slepen. Van alle verkochte elektrische auto’s in september was 75% een Tesla Model 3. Sterker nog: het was die maand overall de best verkochte auto. De verklaring is natuurlijk dat over een kleine drie maanden de bijtelling omhoog gaat. Elke leaserijder wil nog profiteren van het lage tarief van 4 procent. De bijtelling blijkt verreweg het belangrijkste middel om leaserijders richting duurzaamheid te sturen.
Maar laten we ook eens kijken naar de kosten voor werkgevers. Die zijn behoorlijk hoog als het gaat om leasewagens. De maandelijkse leasekosten lopen gedurende het contract eigenlijk alleen maar op door wijzigingen in verzekeringen, contractkilometers en hercalculaties. Maar ook de fleetmanager kost geld, er staan auto’s op de balans en er is gedoe als mensen uit dienst gaan en er weer een auto overblijft.
Aantrekkelijk werkgeverschap
Ik verwacht dat we de komende tien jaar qua mobiliteitsbeleid naar een gedifferentieerd model gaan, waarbij de keuzevrijheid voor de werknemer veel groter wordt. Dan hebben we het over goed werkgeverschap. Nu is de leaseauto nog de heilige koe: bied een talentvolle medewerker een grotere auto en hij stapt fluitend over naar jouw bedrijf. Maar ik verwacht dat dat gaat veranderen. Nu bepalen bedrijven vaak, via de leaseauto, hoe de werknemer zijn of haar privé-mobiliteit invult. Steeds meer medewerkers willen iets anders. Die willen reizen per trein, fiets, speed pedelec of wat dan ook. In elk geval willen ze zelf de keuze maken in de persoonlijke mobiliteit.
Het begin is er al: sommige bedrijven kiezen er voor om voor de zakelijke ritten een vloot met elektrische deelauto’s aan te schaffen. De medewerkers krijgen daarnaast een budget om hun privé-mobiliteit in te vullen. Ik verwacht dat daar de toekomst ligt: de werkgever faciliteert diverse modaliteiten en de medewerker krijgt meer persoonlijke keuzevrijheid.
Duurzame incentive
Het derde aspect is duurzaamheid. Veel medewerkers kiezen nu voor een elektrische auto van de zaak. Privé zijn deze auto’s nog veel te duur en in een private leaseconstructie kom je met fossiele brandstofauto’s een stuk goedkoper uit. Maar hoe verleid je medewerkers dan tot duurzame mobiliteit, als je geen auto van de zaak wilt bieden? Met een mobiliteitsbudget laat je de keuze aan de medewerker. Die zal vanwege de hogere kosten niet vaak voor duurzaam kiezen. Differentiatie kan ook hier een oplossing zijn. Wanneer de medewerker voor een fossiele oplossing kiest bied je het standaard mobiliteitsbudget, gebaseerd op het maandelijkse bruto normleasebedrag. Wil hij vanuit zijn budget echt duurzame keuzes maken, dan bied je als werkgever een mobiliteitsbudget gebaseerd op de werkelijke kilometers (vaak meer dan de norm) en wordt in het budget ook het maandelijkse brandstofvoorschot opgenomen. Zo creëer je een mooie duurzame incentive!
Wil je meer weten over onze werkwijze? Neem contact op met Marc van der Seijs, Fleet Expert en schrijver van dit bericht.
M: 06 363 248 49
Neem contact met mij op