Met het Klimaatakkoord, een Klimaatwet en CO2-tax op komst maken steeds meer bedrijven werk van hun mobiliteitsbeleid. Verstandig, vooral voor bedrijven waarvan een groot deel van hun CO2-uitstoot afkomstig is van mobiliteit. Want er is heel veel winst te behalen.
Afwachten of nu actie ondernemen?
Allerlei wetswijzigingen zijn nog onzeker. Hoe gaat de Klimaatwet eruit zien? Welke bedrijven gaan straks de aangekondigde CO2-tax betalen? Daar kun je als bedrijf rustig op gaan zitten wachten, maar je kunt ook besluiten om nu actie te ondernemen. Op dit moment is een actief duurzaamheidsbeleid nog iets waar je als bedrijf mee kunt scoren bij (overheids)aanbestedingen en dat ook werknemers zeer positief blijken te waarderen. Wacht nog een paar jaar, dan is het een verplicht nummer en loop je mee in de grote massa.
Gelukkig zijn er steeds meer bedrijven die dat inzien. Zo kwam ik laatst bij een groot ingenieursbureau. Adviseurs rijden in leaseauto’s door het hele land. 70 procent van hun totale CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door mobiliteit en zij besloten daar wat aan te gaan doen. Verstandig, want het levert extra goodwill op bij opdrachtgevers, het is beter voor de maatschappij en voor de fitheid en moraal van werknemers. Een slim mobiliteitsbeleid hoeft je bovendien geen geld te kosten: er liggen allerlei besparingsmogelijkheden voor het grijpen.
Vier stappen naar een mobiliteitsbeleid
Bij dit adviesbureau gaan we als volgt te werk: eerst kijken we welke reizen er precies gemaakt worden. De vraag is dan: zijn die reizen echt wel nodig? Of kan het ook met video-conferencing of gewoon een telefoongesprek worden opgelost? Soms ligt een andere overlegstructuur voor de hand, of zelfs verhuizing van het hoofdkantoor naar een stationslocatie. Dat helpt écht om mensen te verleiden tot gebruik van het OV.
Als tweede stap gaan we kijken: kunnen we die reizen korter maken? Bijvoorbeeld door op tactische locaties in het land af te spreken. Het is net als met het isoleren van huizen. Alle energie die je niet gebruikt hoef je niet te vergroenen. Ook hier geldt: elke kilometer die je niet aflegt hoeft niet verduurzaamd te worden.
De derde stap is: welke autoritten kunnen ook heel goed per fiets (of e-bike) of openbaar vervoer worden afgelegd? Vooral hierbij geldt een voordeel voor medewerkers. Die blijken fitter en uiteindelijk gelukkiger te zijn als ze per fiets en OV reizen, dan wanneer ze dagelijks in de auto onderweg zijn. Files zorgen daarbij voor een flinke extra portie stress. Een ander voordeel is financieel: reizen per fiets kost vrijwel niets en dus blijft er meer over van de reiskostenvergoeding. Maar reizen per fiets en ov is niet voor iedereen weggelegd. Soms zit een werkdag zo vol afspraken buiten de deur dat een auto écht handiger is. Toch: als een werkgever naast de leaseauto ook een OV-kaart aanbiedt, blijkt dat (in combinatie met de nodige interventies en communicatie) wel degelijk invloed te hebben op het reisgedrag.
Schonere auto’s
De vierde en laatste stap in een zakelijk mobiliteitsbeleid is: kunnen de auto’s die echt nog nodig zijn misschien schoner rijden? Hier ligt het voor de hand om over te stappen op elektrische auto’s – in de gebruikelijke leaseconstructie of als deelauto’s, dat verschilt per bedrijf. Mensen die vaak in grote binnensteden moeten zijn of werken in de stadsdistributie kunnen al bijna niet meer om elektrisch rijden heen. Daar worden kleine elektrische bestelwagens of zelfs bakfietsen de norm, in combinatie met een veel slimmere inrichting van de bedrijfsprocessen. In Amsterdam zijn auto’s met verbrandingsmotor vanaf 2030 sowieso niet meer welkom. Andere steden zullen volgen.
Dat we met zijn allen richting duurzame mobiliteit gaan is geen vraag, maar een gegeven. Waarom wachten op dwingende wetgeving, als het zoveel kansen biedt om nu al te beginnen?
Meer weten over onze visie op een duurzaam mobiliteitsbeleid voor bedrijven?
Neem contact op met procesmanager Ruud de Groot, schrijver van dit bericht.
M: 06 553 207 43
Neem contact met mij op