De overheid wil duurzame mobiliteit stimuleren en voerde daarom per 1 januari 2021 een nieuwe regeling in, die het leasen van een fiets aantrekkelijker moet maken. Voortaan wordt bij een leasefiets jaarlijks 7 procent van de nieuwprijs bij het inkomen opgeteld. Het is een betere regeling dan de voorgaande leasefietsregeling, die onduidelijke bijtellingsregels heeft. Maar voor slechts een kleine groep forenzen is de nieuwe regeling aantrekkelijk. Vaak is het financieel gunstiger om de bestaande reiskostenvergoeding te behouden en op de eigen fiets te gaan.
De nieuwe regeling om bijtelling te gaan betalen voor de fiets van de zaak heeft het grote voordeel dat het niet meer nodig is om met een rittenadministratie aan te tonen dat de fiets puur voor het werk is gebruikt. Je rijdt zakelijk én privé op de leasefiets en betaalt bijtelling. Simpel en begrijpelijk, want dat zijn we van leaseauto’s gewend. Een ander groot voordeel is dat de leasefiets buiten de werkkostenregeling (wkr) valt. Het gewone fietsplan valt wél binnen de wkr, wat de kans op een (kostbare) overschrijding van het maximale bedrag groter maakt.
Meer betalen voor meer gemak
Wat de leasefiets heel aantrekkelijk maakt voor de medewerker is de ontzorging. Kijk maar naar het succes van de Swapfiets onder studenten. Ook steeds meer forenzen kiezen voor een zakelijke Swapfiets. Relatief duur fietsen als je het optelt, maar daarvoor heb je wel de service dat ze de fiets bij je thuis brengen en hem komen repareren als er iets mis mee is. Als werkgever kun je een nieuwe medewerker op de eerste dag meteen zijn nieuwe snelle fiets mee naar huis geven. Reparatie, onderhoud, alles is gedekt.
Nadelen heeft de regeling ook. Vanuit werkgeversperspectief is er extra administratie die afgehandeld moet worden als iemand uit dienst gaat. Dat brengt risico met zich mee en vraagt om goede afspraken met de leverancier van de fietsen. Daarnaast kun je verschillende soorten administratie naast elkaar krijgen. Medewerkers met een leasefiets die af en toe met de auto naar het werk komen, krijgen voor die autorit wel nog kilometervergoeding.
Vanuit werknemersperspectief is er het mogelijke nadeel dat je geen netto reiskostenvergoeding meer krijgt voor de ritten die per fiets afgelegd worden. Je werkgever betaalt immers al voor je leasefiets. De keuzereizigers die soms per auto en soms per fiets de afstand naar het werk afleggen moeten voor de kilometervergoeding kunnen aantonen welke ritten per auto zijn afgelegd. In de praktijk is dat erg omslachtig.
Rekenvoorbeeld
Een rekensom (met netto bedragen) laat zien hoe het werkt. Wie 20 kilometer van zijn werk woont zou normaal gesproken 135 euro per maand reiskostenvergoeding krijgen. Als de forens zelf een e-bike koopt van 2.000 euro, is die na 15 maanden terugverdiend. Wie de leasefiets neemt, betaalt maandelijks 5 euro bijtelling voor de fiets, en onderhoud wordt door het leasebedrijf geregeld. Tip: kies voor een leverancier die je een scherpe overnameprijs kan bieden, zodat je de fiets aan het einde van de looptijd voordelig kan overnemen. Voor een duurdere fiets, bijvoorbeeld van 4.000 euro, is de terugverdientermijn langer. En voor wie dicht bij zijn werk woont wordt de terugverdientermijn véél langer. Dan wordt een (dure) leasefiets opeens interessant voor de werknemer.
Gaat dit echt werken?
Alles bijeen genomen is het prima dat er een regeling bij komt om het fietsgebruik voor woon-werkverkeer te stimuleren. Maar de regeling is voor lang niet iedereen gunstig en ik betwijfel of dit werknemers nu massaal stimuleert om op de fiets naar hun werk te gaan.
Veel effectiever is een samenhangend mobiliteitsbeleid van werkgevers, die écht invloed hebben op de mobiliteitskeuzes die hun werknemers maken. De leasefiets kan hier een belangrijk onderdeel van uitmaken. Meer weten?
Meer weten over een samenhangend mobiliteitsbeleid voor werkgevers? Neem contact op met Marjolein van der Stok, mobiliteitsexpert en schrijver van deze blog.
M: 06 554 664 12
Neem contact met mij op