Trends op het gebied van duurzame mobiliteit
Steeds meer werkgevers maken werk van flexibel en duurzaam mobiliteitsbeleid. Omdat medewerkers regelmatig blijven thuiswerken, omdat het vaak veel efficiënter kan en omdat mobiliteit grote kansen biedt om de CO2-uitstoot te reduceren. Kortom: het mobiliteitsbeleid is volop in beweging. We schetsen de acht belangrijkste trends van het moment op het gebied van duurzame mobiliteit.
Trend 1. Medewerkers vragen om flexibiliteit
Werkgevers merken het als ze een vacature hebben: goede medewerkers zijn schaars. Nieuwe mensen zijn amper te vinden en er moet veel uit de kast gehaald worden om de huidige medewerkers te behouden. Een flexibel en duurzaam mobiliteitsbeleid houdt je bedrijf aantrekkelijk.
De tijd dat we mensen alleen konden lokken met leaseauto’s is definitief voorbij. De trend is nu vooral het bieden van keuzes en duurzame mogelijkheden. Neem als voorbeeld een grote verzekeringsmaatschappij, die besloot om de arbeidsvoorwaardelijke auto te schrappen. Maar hoe blijf je dan aantrekkelijk voor je medewerkers? Zij introduceerden een duurzaam mobiliteitsbudget als alternatief voor de leaseauto. Daarmee kregen medewerkers de vrije keuze om per OV, auto of fiets te reizen. Maar ook deelmobiliteit en taxi’s staan ter beschikking van medewerkers. Daarmee groeit de keuzevrijheid, terwijl het bedrijf ook een besparing behaalde op mobiliteit. Een deel van de besparing vloeit nu weer terug naar de medewerkers.
Een mobiliteitsbudget kan bijvoorbeeld ook heel aantrekkelijk zijn voor medewerkers van ziekenhuizen, die vaak ook nog op meerdere vestigingen moeten werken. Ziekenhuizen kunnen parkeerplekken voor die medewerkers vrijhouden, maar die zijn in de verstedelijkte omgeving zeer kostbaar. En flexibel mobiliteitsbeleid, dat zowel het gebruik van het OV als van de fiets en deelmobiliteit faciliteert, wordt dan wel heel aantrekkelijk.
Trend 2. De vaste reiskostenvergoeding verdwijnt
Met het gedwongen thuiswerken door COVID-19 kwam de vaste reiskostenvergoeding onder druk te staan. Inmiddels worden de regels weer gehandhaafd: een vaste reiskostenvergoeding mag niet belastingvrij worden verstrekt, als medewerkers niet minstens 3 dagen per week naar hun vaste werkplek reizen. Dus waar voorheen 80% van de werkgevers een vaste reiskostenvergoeding per maand verstrekte, is nu de trend dat steeds meer bedrijven overgaan tot een vergoeding per dag, op basis van werkelijk gemaakte ritten. Dat biedt grote mogelijkheden om het mobiliteitsbeleid te verbinden met de duurzaamheidsdoelstellingen van het bedrijf. Zo zijn er steeds meer werkgevers die voor milieuvriendelijke kilometers op de fiets een fors hogere vergoeding verstrekken dan voor kilometers die met de auto worden afgelegd.
Trend 3. Steeds meer mensen wonen en werken in de stad
De verstedelijking is een wereldwijde trend. Steden vergroten de woningvoorraad door inbreiding, waardoor er steeds meer mensen wonen per vierkante kilometer. Het parkeren staat onder druk, waardoor het bezitten van een (lease)auto steeds minder vanzelfsprekend is; fietsen, openbaar vervoer en deelmobiliteit bieden een oplossing. Om dit goed te ontsluiten, zonder dat de administratieve last voor werknemer en werkgever toeneemt, zien we steeds meer werkgevers overstappen op een mobiliteitsprovider.
Trend 4. De verschuiving van bezit naar gebruik
Vooral in de steden is de vanzelfsprekendheid van een eigen auto verdwenen. Steeds meer mensen maken gebruik van duurzame deel-alternatieven: de deelfiets, deelscooter en deelauto. Gemeenten plannen de nieuwbouw op basis van lagere parkeernormen en stimuleren bewoners daarmee om deelauto’s of het openbaar vervoer te gebruiken. Maar vooral jonge medewerkers wonen vaak nog in de stad waar ze gestudeerd hebben. Ze hebben nog nooit een eigen auto gehad en willen die ook niet: waar moet je hem parkeren? Die hebben veel meer aan een mobiliteitspas dan aan een leaseauto, die ook nog een dure bijtelling oplevert en leidt tot dagelijkse parkeerproblemen. Wel zien we dat jonge medewerkers een leaseauto toch wel gaan waarderen, als ze kinderen krijgen en de stad uit trekken. Ook hier is het bieden van een breed palet aan keuzemogelijkheden dus aan te raden.
Trend 5. De keuzereiziger komt eraan!
De forens die elke dag met de auto hetzelfde traject aflegt komt steeds minder voor. Die trend is versterkt door de coronapandemie. Mensen hebben ontdekt dat het heel plezierig is om deels thuis te werken. En dat het daarom ook niet nodig is om elke dag aan te schuiven in de file naar kantoor. Daarmee wordt de moderne forens een keuzereiziger, die per dag bepaalt welk werk te doen is, op welke locatie dat het beste kan gebeuren, en met welk (duurzaam) vervoersmiddel hij of zij daar het beste kan komen. De mobiliteitspas en de bijbehorende app brengt je overal en biedt toegang tot poolauto’s, deelauto’s, OV, deelscooters en noem maar op. Maar ook gebruik van de eigen fiets of auto is nog een prima optie, waarbij de afgelegde kilometers worden vergoed. Syndesmo noemt dat het ABC’tje: Activity Based Commuting. Dat is reizen op de manier die het beste aansluit bij de behoefte van jouw dag. Werken op verschillende locaties, reizen met verschillende modaliteiten. De verregaande automatisering maakt het mogelijk.
Trend 6. Concrete doelstellingen op duurzame CO2-reductie
Steeds meer organisaties maken zich vrijwillig hard voor het fors terugdringen van hun CO2-uitstoot, bijvoorbeeld door zich te committeren aan de doelstellingen uit het Klimaatakkoord. Die trend leidt tot een sneeuwbaleffect: andere bedrijven haken aan en uiteindelijk is het de bedoeling dat we allemaal samen een flinke reductie behalen op de CO2-uitstoot. De komende jaren komt er steeds meer wet- en regelgeving die werkgevers verplicht om stappen te zetten op het gebied van duurzaamheid. Zo is er sprake van een normerende regeling, die grotere werkgevers verplicht om mobiliteitsgerelateerde CO2 -uitstoot terug te dringen. Andere bedrijven doen mee omdat ze regelmatig in de milieuzone van een van de grote steden moeten zijn, of omdat ze zich realiseren dat er op termijn ook voor het mkb dwingende maatregelen komen. Ook zien we steeds meer dat medewerkers, aandeelhouders of actiegroepen werkgevers sturen op reductie van hun uitstoot.
Bij CO2-reductie gaat het al snel over het mobiliteitsbeleid, met name bij kantoorgebonden organisaties als accountants, adviesbureaus en overheden is mobiliteit vaak de grootste veroorzaker van uitstoot. Op mobiliteit – de werkgebonden verplaatsingen van medewerkers – is enorm veel te winnen. Dat kan bijvoorbeeld door de reiskostenvergoedingen voor duurzame vormen van vervoer te verhogen en die voor de fossiele auto tegelijkertijd terug te brengen.
Trend 7. De (fossiele) leaseauto is steeds minder vanzelfsprekend
Steeds meer werkgevers kijken kritisch naar hun wagenpark. Dat wagenpark leidt tot hoge kosten en veroorzaakt vaak enorm veel CO2-uitstoot. Daar komt bij dat door de trend van het thuiswerken medewerkers steeds minder zakelijke kilometers maken. Dan is een leaseauto niet alleen weinig duurzaam, maar ook niet meer de meest logische keuze. Reed de gemiddelde leaseauto pre-corona nog zo’n 23.000 kilometer per jaar, afgelopen jaar waren dat er 17.500. Die dalende trend heeft gevolgen voor zowel bestaande als nieuwe leasecontracten. We zien werkgevers dan ook inzetten op het verkleinen van hun leasevloot. Als alternatief bieden ze vaak een mobiliteitsbudget. Parallel aan het verkleinen van het wagenpark zien we steeds meer werkgevers inzetten op een duurzaam, volledig elektrisch wagenpark. We hebben dat uitgewerkt in een apart visiepaper over elektrisch rijden.
Succesvol overstappen naar een elektrisch wagenpark
Trend 8. Vitaliteit wordt steeds belangrijker
Goed personeel is de belangrijkste asset van organisaties. Sinds de coronapandemie is bij steeds meer bedrijven de trend dat het welzijn van medewerkers hoog op de agenda staat. Het duurzaam fit en vitaal houden van medewerkers is belangrijk. Dit doen werkgevers door steeds vaker in te zetten op het stimuleren van fietsgebruik. De fiets – en daar rekenen we ook de e-bikes bij – wordt ook om die reden steeds belangrijker in woon-werkverkeer. Met een gewone fiets is een woon-werk afstand tot 6 kilometer dagelijks prima te overbruggen. Wordt het meer, dan pakken mensen al gauw de auto. E-bikes hebben de afstand die mensen per fiets bereid zijn af te leggen flink vergroot: dat gaat tot zo’n 15 kilometer. Voor werkgevers biedt dat nieuwe, duurzame mogelijkheden. Met een stimuleringsbeleid kunnen mensen gemotiveerd worden om voor kortere afstanden de fiets te pakken in plaats van de auto. Aantrekkelijk, want medewerkers die fietsen blijven langer fit. Uit onderzoek van TNO blijkt dat medewerkers die fietsend naar het werk gaan één tot twee dagen per jaar minder ziekteverzuim hebben. Bovendien is fietsen een goedkope manier van vervoer voor de werkgever, die kan toe met aanzienlijk minder (en vaak peperdure) parkeerplaatsen bij kantoor. Het gebruik van de fiets krijg bovendien een flinke stimulans doordat vrijwel alle Nederlandse gemeenten investeren in fietssnelwegen en kwalitatief hoogwaardige fietsenstallingen.
De weg naar een flexibel mobiliteitsbeleid
Visiepaper
Van trends naar beleid naar uitvoering. Alle drie komen uitgebreid aan bod in onze visiepaper:
De weg naar een flexibel mobiliteitsbeleid
Onze dienstverlening
Hoe vertaal je ambities op het gebied van CO₂-reductie naar mobiliteit? En hoe blijf je als werkgever aantrekkelijk? Vrijheid en flexibiliteit in mobiliteitskeuzes wordt steeds belangrijker in het arbeidsvoorwaardenbeleid. Lees verder hoe wij werkgevers in het gehele proces van analyse tot aan implementatie ontzorgen:
Bekijk ook
Infographic
Meer weten of direct aan de slag?
Expert mobiliteitsbeleid Jos Hollestelle helpt je graag op weg!